W.F. Hermansstraat
Een paar keer per week, of per maand, ’t is maar net hoe het uitkomt, loop ik door de stad. Om het even waar, welk weer en welk tijdstip. Ik loop en kijk. En denk. Denken gaat vanzelf als je loopt. Niet als je rent. Tenminste, ik kan niet rennen als ik denk en andersom. Daarvoor kost dat zinloos versneld lopen te veel aandacht van alle andere lichaamsbesturingssystemen. Maar onder het gewoon lopen, ook wel wandelen genoemd, gaat denken vanzelf. En dat is lekker. Want het is toch anders denken dan als je gewoon denkt. Onder het lopen kunnen spinsels ongecontroleerd alle kanten uitschieten en schandalig uit de hand lopen. Door dan je gedachte enigszins te verzetten is de boel in no-time weer onder controle. Ondertussen registreer je de boel om je heen. Mooi of lelijk, krom of recht, slim dan wel zeer achterlijk… van alles te zien, van alles om een menig over te hebben.
In dit kader moet ik even de aandacht vestigen op de W.F. Hermansstraat. Ooit van gehoord? Nee? Houden zo. Ik weet niet wie bedacht heeft dat betreffende heroïnehoerenafwerkstraat de W.F. Hermansstrraat moest gaan heten maar kennelijk had deze dienaar van dienst nog nooit een boek gelezen. Laat staan een van betreffende auteur. Ik was werkelijk stupéfait toen ik, in gedachte naar vroegere tijden door dit buurtje dwaalde en per ongeluk mijn oog op het straatnaambordje viel.
Ik dwaalde met nostalgisch gemoed rond in het gebied waar ooit Club 11 stond. De bovenste verdieping van het toen al voormalig hoofdpostkantoor was tijdelijk verbouwd tot restaurant. Een prettige eetgelegenheid die later in de avond automatisch overging in een nachtclub met een werkelijk verbluffend uitzicht over de stad. N.l. 11e verdieping! Wat een tijden waren dat. Anja Schneider, de eerste kicks van PanPot en Nuno dos Santos, om maar eens een paar namen te noemen, geweldige nachten, menig maal de zon daar zien opkomen!
Enfin, ik zwalkte dus met die herinneringen in mijn hoofd door dit totaal onherkenbaar verbouwde buurtje… en toen die straatnaam. Werkelijk, het steegje is nieuw, maar nu al te goor om tegen een muur aan te pissen. En dat heet dan naar een van de grootste schrijvers die Nederland gekend heeft. Hoe is dit in godensnaam mogelijk!? Welke analfabetische planoloog met een ernstige vorm van dyslectici heeft dit bedacht en erger nog, wie heeft dit goedgekeurd? Mijn vermoeden gaat uit naar de onlangs zeer terecht en veel te laat opgestapte, a culturele flapdrol E. Wiebes. Lege geest. Fantasieloos drama. Dodelijk saaie zoutzak. Verantwoordingsloos ambtelijk dwaallicht. Paalworm in de cultuursector. Hij zal het niet zelf geweest zijn maar dan een van zijn op hersenloosheid aangenomen vazallen.
De steeg waar ik het over heb kan nog niet eens de naam van een klikobakuitvinder aan, of de bedenker van een ontlastingpureermachine. Maar hij heet: W.F. Hermansstraat. Nou jij weer. De man van geweldige boeken, controversiële uitspraken (en van de ultieme definitie van ‘een held’ bij mij in mijn hoofd gegrift; een held is iemand die ongestraft onvoorzichtig is). Ik sta paf. Overigens, en even erg, belendende griebusstegen heten; AnnieM.G. Schmidtstraat, Simon Carmicheltstraat en Harrie Banninkstraat. Om je kapot te schamen.
Er zal tijdens dit leven wel niets meer aan te doen zijn. Zo gaat het nu eenmaal met ambtenaren en hun beslissingen. Gewetenloze amateurs. Kunnen nix. Worden ambtenaar. Maar later, ooit, dan zal b.v. de Weesperstraat (ja, nu weten we wel waar Weesp ligt, weg ermee) of een andere straat die er toe doet, die stadsdelen met elkaar verbind, waar je breeduit over kan zwalken, omgedoopt worden en voor de eeuwigheid heten: W.F. Hermansstraat. Als je er naar vraagt weet iedereen waar die straat ligt.
Comments