top of page

Tafelberg


Gisteren met Merel aan de Tafelberg gehangen. Aan een touw. We zijn op sportvliegtuig-kruishoogte tegen een verticale wand op geklauterd met als enige zekering een lijn van 8 mm doorsnee. Maar die was alleen voor het geval je misgreep, je verstapte of eenvoudig de kracht niet meer had om grip te houden. En dat was natuurlijk niet de bedoeling. De bedoeling was dat je soepel van het ene houvast naar het andere toebewoog teneinde zonder naar beneden te lazeren heelhuids boven te komen. En dat met 300 meter loodrecht daaronder een morene van keien en fijnbos. Natuurlijk deden we het vrijwillig en je kent mij, ik ben niet gauw onder de indruk. En met mijn goddelijk gestaalde en getrainde lichaam kan ik een stootje hebben zal ik maar zeggen. Maar dit was boven verwachting indrukwekkend mooi en heftig maar ook weer super cool. Ja, nee, er zijn geen superlatieven genoeg om deze ervaring te benadrukken. Godallemachtig, ik was bijna in de hemel.

Dat kwam zo. Merel is ons voor een paar weken gezelschap komen houden. En ik wilde iets leuks met haar doen. Iets Afrikaans. Een paar weken terug las ik een interessant artikel in de Volkskrant zaterdagbijlage van een vader met een dochter die in noodweer hopeloos waren gestrand tijdens een klim tegen de Tafelberg. Dat ze dat überhaupt deden verraste mij want officieel is deze klomp steen een natuurreservaat. Dan mag je nog niet een punaise in de rots achterlaten. Maar bleek na nadere informatie, ze klimmen hier met nuts en camalots om in breuken en spleten de zekering aan te leggen die de laatste klimmer vervolgens weer losmaakt en mee naar boven neemt. Zeg maar de klassieke schone manier van sportklimmen. Dat leek mij wel wat, zo’n tocht. Maar dan zonder noodweer uiteraard. Zogezegd zogedaan. Gids instructeur gehuurd en met Merel ’s morgens 6 uur vertrokken naar deze karakteristieke Afrikaanse berg. Klimschoenen, harnas en helm mee. Wij op stap. Gids voorop, op weg naar de verticale wand richting de top. Twee touwlengtes van ongev. 30 meter, water en brood in de rugzak. Na een half uur klauteren over keien en struiken stonden we voor de wand. Ik was helemaal gesloopt, nu al. En het moest nog beginnen. Het is dat ik al jaren bootcamp, hardloop en technodans anders was ik dood geweest. De goed getrainde gids leek geen zweet verspilt te hebben en Merel doet haar naam eer aan, zij vliegt omhoog. Lijkt niet door zwaartekracht gehinderd te worden. Om gek van te worden. Moet ik dan nog meer trainen, geen wijn meer drinken en geen braai meer aansteken? Of ben ik nu eindelijk oud aan het worden? Enfin, omhoog nu.

Dat ging prima. Al jaren ga ik met onze kinderen naar klimhallen om sportief bezig te zijn, omdat het leuk is en omdat ik al die verschillende kleuren touwen bijelkaar zo’n mooi gezicht vindt. Ook ben ik al heel lang gefascineerd door klimmaterialen. Roestvrijstalen zekeringen, gekleurd aluminium musketons en carabines aan elkaar verbonden met zorgvuldig gestikte nylon banden ook weer in allerlei kleuren. Kabeltjes en oogjes om ingewikkelde zekeringen aan te brengen. Ik kan een van Gogh wegdoen en dit ervoor in de plaats hangen.

Het verschil met indoor klimmen dat zijn toch wel de verhoudingen. Een understatement. Als je indoor boven bent kijk je max 15 meter naar beneden. Nu was er achter mij een helder uitzicht van tientallen kubieke kilometers en om te beginnen een diepte van zo’n 300 meter. Op een richeltje staande van krap 20 cm. De start. Loodrecht omhoog. Niet een klein beetje naar voren wijkend, nee, recht naar de hemel. Achter ons resoneerde de stad Kaapstad haar levendigheid. Verkeer, machines, schepen en alle andere door de mens veroorzaakte geluiden bromde een soort monotone hartklop. De economie draaide daar op volle toeren. Wij met onze goddelijke view zagen dat niet alleen gebeuren, we voelde het ook. Het uitzicht was fenomenaal. Helder maar hier en daar ook wat mistslierten en over de zee lag een lage wolk waar alleen de scheepskranen in de haven bovenuit staken. Vroeg in de ochtend, dus de zon gaf lange oranje schaduwen aan alle objecten die ze bescheen.

Een handgrip zoeken en nog een, voet op een randje en omhoog. Tegen een stuk steen die hier al een paar miljoen jaar Tafelberg staat te zijn. En sinds die tijd geen krimp heeft gegeven. Totdat ik er nu tegenaan klim, ging het door mij heen. Als dit blok nu opeens loslaat. Dan het wel definitief uit met de pret. Zou zomaar kunnen. Of niet? Nee natuurlijk niet. Dat zou wel heel toevallig zijn. Denk nou maar aan wat anders, dit heeft geen zin. Dit is belachelijk. Kemp gaat een keer klimmen en een nieuw stuk geschiedenis is aangebroken, de periode voor en na de Tafelberg. Kom nou. Concentreer je maar op goeie grepen. Ze zitten overal in deze rots. Deze berg is gemaakt voor klimmers. Als je goed kijkt vind je overal houvast. En verder omhoog, over een randje, een kleine traverse naar rechts, om die tak heen en door een spleet in één ruk een meter omhoog. Verdomd, wat is dit leuk zeg. Hoe ver nog? De hardslag gaat weer omhoog, ruim over de honderd schat ik. Iedere keer moet er toch zo’n 90 kg eet- en drinkliefhebberij naar boven. Allemachtig, ik kijk om en heb plotseling het uitzicht van een freestyle parachutist die zojuist gesprongen is. Oei. Ik voel de lijn waaraan ik gezekerd ben weer straktrekken. Als ik nu uitglij dan val ik hoogstens een halve meter en nog een stukje opzij. Kan vervelend pijnlijk zijn als je een randje raakt maar meer kan er niet gebeuren. Door maar weer. Merel staat al te dringen vlak onder mij. Zij vlindert omhoog, plakt met gemak aan de wand en kan niet wachten om helemaal boven te komen. Ik hou haar op.

Zo klimmen we 3 touwlengtes. Hoger en hoger, dan weer heel moeilijk, dan weer goed te doen. En zonder er ook maar één keer uit te vallen, mag ik ook nog wel even zeggen. Schuin boven ons zoeven om de 15 minuten kabelliften tegelijkertijd omhoog en omlaag. Al die mensen zien ons balletdansen met de berg. Terwijl zij opgepakt als ravioli in een blik omhoog en omlaag worden getakeld. Ze hebben hetzelfde uitzicht als wij maar bij lange na niet het gevoel. Dat gevoel was, ik zal het a-woord nu ook maar eens gebruiken, voor het eerst, AWESOME! Just fckn awesome! Samen met Merel, tsjoe!

Recente Posts
Archive
Volgen kan
bottom of page