Fabric X Loud - Contact - ADE 2025
- 02508bv
- 2 days ago
- 3 min read

Daar stond ik dan, geheel vrijwillig, onverwachts, uren in de koude regen en gure wind, soppend tot mijn enkels in het water, in nota bene een Helly Hansen regenjas, die het waterdicht zijn al na 15 min. had opgegeven. Oke, het regende als op de dag des oordeels, maar toch. Afzien. Niet op gerekend. Dit was ongekend. De rij tot de ingang schatte ik in op wel 200 meter. Ik kan er een paar meter plus of min naastzitten, maar de bewegingloosheid van alle wachtende in deze tragische optocht deed mij vermoeden dat ik hier nog wel een uurtje zou blijven schuifelen. Gelatenheid overviel mij. Wil ik dit wel? Waarom doe ik dit? Thuis had ik nu met een glas rode Zuid-Afrikaanse Syrah op de bank gezeten met mijn voeten op een vloerverwarmde vloer, beter bestaat niet. Vraag maar aan onze kater Aad, die schept hier tegen zijn vrienden al heel lang over op.
Nu sta ik op een desolate buitenplaats, overstroomd door de zeikende neerslag, in een sponsnatte kraag gedoken, op geheel doorweekte All Stars te wachten. Gelaten te wachten. Ga ik dit overleven? Is dit het waard? Even dacht ik aan overgave, heel even kwam een capitulatie in mij op. Net als toen, 1979, in een Duits bos, ook in de regen, in het pikke donker, luisterend naar een gestoorde drill luitenant in opleiding, die mij gillend beval op mijn buik door de modder te kruipen naar een punt, weet ik veel, ergens verderop. Dit alles in het kader van een overlevingstraining in geval van ingevangenneming door den vijand. Lees handboek soldaat hoofdstuk 13. Wij dienstplichtigen werden al 5 dagen door de natuur gejaagd, met een rugzakje met een aluminium vreetblik, bestek, 1 paar sokken, 1 onderbroek, 1 hemd, een blikje schoenpoets met borstel, 1 pakje noodverband, speciaal voor afdichten van schotwonden en een halve tent met 1 stok (die andere helft had n.l. een andere dienstplichtige bij zich). En natuurlijk een ‘persoonlijk wapen’. Een Steyr Fal Kaliber 7.62x51 met houten kolf om precies te zijn, met 2 extra magazijnen. Als enige in het peloton had ik die omdat ik scherpschutter was. Een verdienste die mij danig dwars zat omdat ik nooit de intentie had wie dan ook neer te knallen. Maar toen ze een roos ophingen i.pl.v. een mensensilhouet schoot ik opeens raak. Liep ik daar door bossen en struiken te banjeren met die onhandig lange blaffer over mijn schouder. Mijn mede slachtoffers konden het met een Uzi doen, die veel kleiner en handzamer was. De bedoeling was dus ons dagenlang af te matten, weinig te laten eten en slapen en dan een ingevangenneming te simuleren. Eens kijken wie er het eerst om zijn moeder ging roepen. En verdomd, vermoeidheid doet iets met een mens. Je ratio raakt verstoord, ontregeld en dus onbetrouwbaar. Verschillende collega’s capituleerden onmiddellijk, lieten zich verrot schelden, gingen kruipend door de modder, en lieten zich daarna vaak jankend opsluiten. “Het is maar een oefening, het is maar een oefening, het is niet echt, dit is niet echt, ze gaan je niet afmaken, het is maar een oefening...” prente ik mij in, keer op keer, keer op keer. Bijna capituleerde ik ook maar besloot uiteindelijk, nee, fuck it, gooide mijn blinddoek af en rende het bos in om daar pas de volgende dag weer uit tevoorschijn te komen. De oefening was voorbij. Maar bijna, bijna was ik om.
Tijd genoeg om zo’n herinnering op te halen, de omstandigheden zijn nu op punten vergelijkbaar met een lang geleden dienstplicht. Ook zo’n kuttijd. Net als deze regenstoet. Met dit verschil dat de ellende aan het einde van deze rij ophoud, want dan namelijk, dan opent zich de hemelpoort. Lang geleden in dat Duitse bos kreeg ik een klef broodje kaas. Nu krijg ik op z’n minst een weesgegroet, of misschien wel een kus van een heilige maagd, of vergelijkbare heerlijkheden. Dus nee, ik ga niet om. Doorsoppen maar. Voetje voor voetje schuift de stoet door diepe plassen richting de deur. Het regent en het waait, maar net als in een zandloper, uiteindelijk valt mijn korrel en ben ik binnen. Eenmaal op overdekte gronden begon ik te rillen en beven als een rietje. Tijdens die zeiknatte jas uitpellen voelde ik mij als een dronken zwerver die zo uit de Prinsengracht was opgevist. De pincode van het kluisje intoetsen was een dr. bibber missie die pas na 3x lukte, maar toen kon het feest beginnen. Eerst een wodka, ahhhh... en toen de beats, de beats, de beats... ohhh, die beats!




















Comments