top of page

Halina Reijn

Op weg naar de Bijenkorf voor de aanschaf van een Teddybeer fietste ik langs de Amstel in de richting van de Stopera, net voorbij Carré. De brug daar over de Nieuwe Prinsengracht is een venijnig klimmetje, zeker als je op een 68 jaar oude herenfiets fietst, zonder versnellingen met tegenwind. Die fiets heb ik al heel lang geleden geërfd van mijn vader. Nou, geërfd, ik kreeg hem bij de aankoop van zijn woonhuis. Nu ook alweer 30 jaar geleden. Hij kreeg die fiets in 1951 van zijn broers en zus bij thuiskomst na 3 jaar dienstplicht in Indonesië. In de loop van de jaren is er wel wat aan het karretje gesleuteld en vernieuwd maar de basis draait en trapt nog zoals het ooit bedoeld is. Gewoon een stalen jezus, zoals men dit soort velo's placht te noemen.

Met een paar stevige trappen had ik de klim al ingezet toen er plots iemand bovenop die brug de rijbaan opliep, op mij toe stapte en riep “meneer, mag ik u iets vragen?”. Van nature ben ik de beroerdste niet, wil meestal wel aan verzoekjes voldoen dus in een reflex probeerde ik tijdens de klim af te remmen om de vragensteller antwoord te kunnen geven. Echter, de trappers van mijn terugtraprem stonden op dat moment niet in de positie om flink achteruit te trappen om het rijwiel in schuin omhooggaande positie tot stilstand te brengen. Stuntelig probeerde ik dan maar weer vooruit te trappen maar daar had ik inmiddels, door de klimstand omhoog, geen snelheid genoeg meer voor. Dus was ik door die, uit het niets opkomende vraag onverhoeds genoodzaakt af te stappen. Dat wil zeggen, van het zadel af te komen en met beide benen aan weerszijde van de fiets op de stijle brug in evenwicht stil te blijven staan. Door de hoogte van de stang was dat een benard standpunt. Mijn ballen raakte de stang maar werden nog net niet geplet, nu nog evenwicht houden en proberen heelhuids van het rijwiel af te komen. Dat was nog niet eenvoudig want de zwaartekracht trok aan de fiets. Die wilde weer achteruit de brug afrijden en maakte het zo onmogelijk een been over de stang te zwaaien om zo vrij naast de fiets komen te staan. Zo kon het gebeuren dat ik, op een doordeweekse dag in oktober 2019 als een achteruit waggelende eend met fiets tussen de benen de brug over de Nieuwe Prinsengracht aan de Amstel in Amsterdam af sukkelde. Het hele voorval had maar een paar seconden geduurd maar mijn hele leven, van begin tot dit moment was aan mij voorbij getrokken.

“ Sorry hoor maar mag ik u iets vragen?’ de reporter stapte naar beneden, dribbelde achter mijn gestuntel aan, mijn doodsnood volkomen negerend, en vroeg “kent u Halina Rijn?”

"Wié zegt u?" “Halina Rijn!” riep de man met microfoon mij toe. Wát!? Je kan veel verwachten in Amsterdam, maar deze zag ik niet aankomen. “Nee, geen idee, die ken ik niet. Moet dat dan?” “Nee, nou, daarom vraag ik het, maar u kent haar dus niet?”. “Nee! Is dit soms 2 voor 12 of kan ik nu weer gaan?” Verbaast keek de puistige vragensteller mij aan. “Ehhh, nee, dat was het eigenlijk wel. Maar bedankt voor uw medewerking”.

Téééring, godgloeiende, een bijna dood ervaring en dan zo'n vraag, wat is dit? Bananasplit ofzo? Heb ik dat. Wegwezen hier. Ik maakte het klimmetje met mijn fiets naar de bovenkant van de brug, stapte met mijn linkervoet op de linker trapper, zette met de rechtervoet af. De fiets kwam in beweging, gelukkig weer in vooruitgaande richting. Direct na de afzet zwaaide ik mijn rechterbeen als een naar achter opgestoken middelvinger naar het vragenwonder over het zadel en zeilde zo naar beneden. Met zo'n heerlijk onderbuikgevoel als in een achtbaan, maar dan een stukje korter natuurlijk, zoefde ik richting de Bijenkorf. Er moest tenslotte nog een teddybeer worden aangeschaft.

Recente Posts
Archive
Volgen kan
bottom of page