Kaapstad, Buitenkant 37, balkonuitzicht
Kennelijk is hij nu toch opgesloten, onze razende voorbijganger. Gisteren hoorde ik hem vloekend en scheldend voorbijkomen, hier, 4 hoog op de Buitenkant 37 in Kaapstad.
Vanaf ons balkonnetje heb ik een geweldig uitzicht over de straat waaraan wij verblijven. Van bovenaf is het net of ik naar de film Rear Window van Hitchcock zit te kijken. Overal waar je kijkt gebeurt wel iets. Voor het beroemde Truth Coffee Café aan de overkant zitten de hipsters van Capetown aan hun flat white te nippen en worden voorbijgangers door de doorman/woman in hun WilWildWest outfit naar binnen gelokt, de parkeerwachter houdt als een havik toezicht op de parkerende auto’s, rent op ze af om gelijk af te rekenen, voor de deur van Mavericks ‘Gentlemen's Club Cape Town - Strip Club and Revue Bar’, recht tegenover ons is het een komen en gaan van taxi’s die hitsige vrienden uitspugen, een straalbezopen automobilist wordt na 10 meter rijden door agenten uit zijn auto gesleurd en geboeid afgevoerd, politieauto's scheuren met computergame achtige sirenes door de straten, of de man, ook in kennelijke staat zijn auto haaks op de stoep zet, het verder niet meer weet en dan maar tollend op zijn benen thuis gaat proberen te komen, of het dakterras recht tegenover ons op 3 hoog, ligstoelen, mooi zwembad, droogrekje met alleen maar bikini’s… kortom, altijd wat te beleven.
Gisteren dus zat ik te werken, moet ook gebeuren, hoorde ik zo’n enorm gevloek en getier van de straat komen dat ik wel even aan het balkon moest gaan kijken. Een man met een slepend been en een houten stok, zo een als je in Kuifje ziet dus niet zo’n blikend aluminium ding van Mathot Medische Speciaalzaken, zwalkte al schreeuwend en scheldend over de straat. Iedereen, mensen, honden, auto’s enfin, alles iedereen met luide, heldere stem vervloekte tot ver achter alle poorten van de hel. Met opvallende behendigheid, remmende auto’s ontwijkend, dreigend zwaaiend en voortbewegend met zijn stok godverde hij van de ene naar de andere kant van de straat. De doorman van Truth Coffee Café had zoiets van ‘fuck, daar is die weer’, voorbijgangers zochten dekking en auto’s gingen zelfs voorzichtig in de achteruit. De straatmarshal werd erbij gehaald.
Overal in Kaapstad zie je deze kruising tussen politie en burgerwacht patrouilleren. Een groen hesje, walkietalkie en een wapenstok. Iedereen vriendelijk een goed gevoel proberen te geven. Je kent ze wel, in Haarlem heb je ze ook. Maar dan niet in iedere straat en alleen op plekken waar niets gebeurt, enfin…
Deze marshal was er snel bij maar was niet van plan in te grijpen, dat leek hem te riskant. Wel was hij bereidt in een een aantal verschillende talen te proberen de ruziemaker naar een andere straat, dus uit zijn district te dirigeren. Wat uiteindelijk ook lukte. Op naar de volgende gebeurtenis.
Maar nu, een dag later hoor ik hem dus weer. Alleen, ik zie ‘m niet. Vanuit 1 plek hoor ik inmiddels herkenbaar gevloek en gescheld, in lange monologen het einde van de wereld aangekondigd, maar ik zie niks. Uiteindelijk begrijp ik het wel. Hij zit opgesloten. Schuin rechts aan de overkant is in een heel gebouwenblok het hoofd-politiebureau van Kaapstad gevestigd. Een rij getraliede ramen verraden een cellencomplex. De man is dus uiteindelijk opgepakt en achter de tralies gezet. Wat voor zijn boosheid niets uitmaakt. Uit andere cellen komen reacties. Over en weer wordt het onrecht in de wereld op luide toon bevestigd. Denk ik, want ik versta er geen bal van. De toon van schelden is universeel maar de woorden zijn onherkenbaar.
Dat is trouwens ook wel iets van Zuid Afrika. Iedereen hier spreekt engels, veel ook Afrikaans maar alleen donkere mensen (ik voeg ze voor het gemak maar allemaal bij elkaar, hier wordt nog duidelijk onderscheid gemaakt tussen kleurlingen en zwarte mensen), en dat is een enorme meerderheid, spreken onderling ook nog eens andere talen die geen enkele blanke Zuid Afrikaan lijkt te verstaan. Dat is raar. En ongemakkelijk. Voor ons buitenlanders, alé, wij zijn van Europa maar voor mensen die hier opgroeien zou het toch reuze makkelijk zijn mee te kunnen praten over… weet ik veel waar ze het buiten mij om allemaal over hebben.
Goed, hij is dus opgesloten. Voor hoelang? Geen idee. Na een uurtje wordt het wel rustiger, de nacht daarop hoor ik niets meer maar de volgende ochtend… met volle kracht gaat hij weer in de aanval.
Het gaat allemaal een beetje op in het rumoer van de dag. Ik heb er geen last van, voel mij prima op m’n gemak in dit ‘New Yorkse’ gedruis van wat hier Kaapstad is. Ondanks je ongemakkelijkheid bij het zien van zwervers, aanklampende bedelaars en daklozen die in zelfgemaakte tentjes achter hekken slapen/wonen… ondanks dat, dat wat bij ‘ons’ al lang uit het straatbeeld is verdwenen maar wat er zeker ook was… ondanks dat is dit een lekkere stad. Het bruist hier aan alle kanten van een gezamenlijk er-tegen-aan-gaan!
Vijf dagen was heerlijk, van mij mochten het wel vijf weken zijn maar we moeten door. De Groot Karoo wacht. Het diametraal, 180 graden tegenovergestelde van ‘The Cape City’ wordt dit leegte en stilte in het kwadraat.
Daarover later meer.